Berekening van de besparing van tanken
Een gemiddelde auto heeft een tankinhoud van zo'n 50 liter. Laten we ervan uitgaan dat er nog 5 liter in zit; hij is dus bijna leeg en dit wordt ook meestal bij deze hoeveelheid aangegeven op het dashboard met een melding. Je tankt dus elke keer 45 liter. Ik ga rekenen met twee benzineprijzen. Aan de snelweg betaal je de hoofdprijs: € 1,72 per liter. Aan de pomp om de hoek betaal je € 1,66 en bij het goedkopere pompstation € 1,58.
Rijd je gemiddeld en tank je 2x per maand je tank vol, dan kost dat bij de dure pompstation 2 x 45 x 1,72 x 12 = € 1857,60.
Bij de goedkopere tankstation is dat 2 x 45 x 1,58 x 12 = € 1706.
We gaan er hierbij vanuit dat het goedkopere tankstation verderop staat; je moet er dus een stukje voor omrijden. Eigenlijk moet er dus een bedrag vanaf, omdat het extra rijden ook geld kost. Bijvoorbeeld 5 kilometer omrijden, is ongeveer € 0,80 per rit. 0,80 x 2 x 12 = € 19,20.
Het verschil tussen een volle tank bij de goedkoopste en de duurste pomp is (45 x 1,72) - (45 x 1,58) = € 6,30. Dit bedrag is te vergelijken met 40 kilometer door een stad rijden.
Natuurlijk is 40 kilometer niet de gewenste afstand om bij een tankstation te komen, dus daar gaan we niet vanuit.
Laten we zeggen dat de goedkopere pomp 4 km verderop staat. Dat kost € 0,80 aan benzine. Er gaat dan van het totaalbedrag 0,80 x 2 x 12 = € 19,20 af.
De totale besparing tussen het duurste en goedkoopste pompstation:
1857,60 - 1706 - 19,20 = € 132,40.
(Om de berekening reëel over te laten komen rekenen we de helft van dit bedrag als gemiddelde, € 65, omdat niet iedereen altijd aan of van de snelweg tankt)
Maak jouw eigen website met JouwWeb